vrijdag 8 april 2011

Keihard & Swingend. De jongensjaren van Muziekkrant Oor


Het publiek in de kleine zaal van Paradiso was afgelopen maandagmiddag voor een groot deel 60-plus. Het popjournaille uit de beginjaren van Muziekkrant Oor had zich verzameld voor de feestelijke presentatie van Keihard & Swingend. De jongensjaren van Muziekkrant Oor van oprichter Barend Toet. Velen hadden elkaar jaren niet gezien, zo leek het althans uit de enthousiaste omhelzingen en vaag herkennende blikken. Anderhalf uur na de presentatie voerde het jonge publiek weer de boventoon, toen het muzikale gedeelte van het jubileumfeest begon. Zo werd eens te meer duidelijk dat popmuziek inmiddels voor alle generaties is.

Een respectabele leeftijd voor een muziektijdschrift, 40 jaar. Dat hebben in Nederland, en zelfs in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, niet veel soortgelijke tijdschriften gehaald. Reden te meer om er bij stil te staan. En wie kan er dan beter over schrijven dan de man die het allemaal in gang heeft gezet. Zijn eigen geheugen heeft hij aangevuld met interviews met diverse betrokkenen en buitenstaanders.
Het zwaartepunt van het boek ligt bij de periode dat Toet zelf actief was voor Muziekkrant Oor, van 1971 tot en met 1981. De ondertitel is wat dat betreft goed gekozen. De eerste 10 jaar waren een soort van puberjaren: alles was mogelijk, journalisten trokken dagen achtereen met hun idool op en geld kwam pas op de tweede plaats. Gaandeweg het eerste decennium begint de organisatie echter steeds meer volwassen trekken te vertonen, al bleef het financieel een onduidelijke zaak. Er ontstaat gaandeweg binnen de redactie een duidelijk hiërarchie en de zakelijke en artistieke leiding worden gescheiden. Zo staat er in 1982 een tijdschrift waar geen enkele serieuze popliefhebber om heen kan.
De periode na zijn directe betrokkenheid beschrijft Toet met meer afstand. Hij signaleert veranderingen in de popmuziek en de manier waarop de platenindustrie met journalisten omgaat. Als je het boek gelezen hebt, krijg je toch al snel de indruk dat die eerste jaren toch wel de beste jaren waren. Het genre was overzichtelijk, popmuzikanten over het algemeen gemakkelijk te benaderen en de journalist was belangrijk voor de artiest om hem met zijn achterban in contact te brengen.
Met fototoestel en pen en papier in de aanslag toog Toet in 1970 naar het Holland Popfestival aan de Kralingse Plas in Rotterdam om een reportage voor De Nieuwe Linie te maken. Uiteindelijk was dit de aanleiding om een eigen tijdschrift te beginnen dat zich uitsluitend op popmuziek richtte. In tegenstelling tot Aloha/Hitweek dat zich meer op de jongeren-/tegencultuur algemeen richtte, waar popmuziek slechts een onderdeel van vormde. De werkwijze zoals Toet die in Kralingen hanteerde, was in de beginjaren van Oor gemeengoed onder de schrijvers voor het blad. Tot de komst van Constant Meijers. Door Toet met een goed salaris gelokt uit de burelen van Aloha, rangeert Meijers hem al snel op een zijspoor door een scheiding tussen zakelijke en artistieke leiding voor te stellen, waarbij Toet zich met de financiën gaat bemoeien en Meijers de inhoud van het blad voor zijn rekening neemt. ‘Door me toch die kant op te laten sturen, nam ik onbedoeld een afslag met verstrekkende gevolgen voor mijn eigen loopbaan, die me uiteindelijk niet goed is bevallen’, zo formuleert Toet het nog netjes (p. 106-107). Dat het ook anders kan bewees Jann Wenner, oprichter van The Rolling Stone, die nog altijd zowel de inhoudelijke als de zakelijke kant voor zijn rekening neemt.

Keihard & Swingend leest als een jongensboek en bevat zeker voor de jongere lichting popjournalisten jaloersmakende anekdotes. Wie kan er nu nog een paar dagen op stap met een muzikant. De meesten mogen al blij zijn als ze een half uurtje krijgen en te laat komen moet je al helemaal niet doen, want dan is de artiest al vertrokken.
In het tweede deel heeft Toet meer oog voor de veranderingen in de platenindustrie en de rol die de popjournalist nog speelt in de tijd van internet. Tegenwoordig is iedereen popjournalist in de zin dat iedereen een recensie van een concert of cd op zijn blog op internet kan zetten. De rol van een papieren tijdschrift lijkt daarmee ondergraven te worden. En inderdaad zijn de oplagecijfers van Oor de laatste jaren ontzettend gedaald. Toch ziet Toet wel degelijk mogelijkheden voor de popjournalist (en daarmee voor een muziektijdschrift) om zich van deze liefhebbers te onderscheiden. Hij blijkt goed op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het internet. Voor de popjournalist ziet hij vooral een rol als gids, die nieuwe bands, ontwikkelingen en stromingen kan duiden. Oor heeft zich de opmerkingen van de oprichter schijnbaar aangetrokken, want ter gelegenheid van het jubileum is de website opgepimpt. Het speciale jubileumnummer van Oor biedt een mooie aanvulling op het boek van Toet. In een interviewserie blikken oud-Oormedewerkers Bert van de Kamp, Paul Evers, Mark van Schaick en Kees de Koning uitgebreid terug. In kortere bijdragen geven artiesten en popjournalisten aan wat Oor in hun muziekleven betekende. Op naar de 50!

Barend Toet - Keihard & Swingend. De jongensjaren van Muziekkrant OOR - Amsterdam: Boekerij, 2011 - ISBN 9789022555149 - Prijs: € 19,95

André Nuchelmans

Geen opmerkingen:

Een reactie posten