vrijdag 10 februari 2012

Boekmandebat Kunst op een keerpunt, tijdens Art as Money

Biertjes drinken met je klanten, netwerken. We kennen het uit het bedrijfsleven, maar het blijkt ook voor kunstenaars, als cultureel ondernemers, een recept voor mogelijk succes. Je voorstellingen of uitvoeringen met je publiek bespreken, onder genot van een drankje en een hapje. Klanten het gevoel geven dat ze er werkelijk toe doen… Deze onverwachte uitspraken klonken tijdens het Boekmandebat over koerswijzigingen in de culturele sector. Het debat vond plaats tijdens het Art as Money Festival, op 9 februari in Club Trouw in Amsterdam.

De organisatoren van het festival, beeldend kunstenaar Dadara en Total in Support, slaagden in hun opzet: het werd een feestelijke bijeenkomst met seminars, workshops, een informatiemarkt, en zelfs een ‘nachtsymposium’ en afsluitend een feest. Kunstenaars, creatieve ondernemers, culturele organisaties, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en kunstliefhebbers wisselden gretig met elkaar van gedachten. Dat was precies het doel: de werelden van kunst en geld dichter bij elkaar brengen. Pure noodzaak, nu de overheid als inkomstenbron meer en meer wegvalt en kunstenaars en creatieven zich moeten bezinnen op alternatieve verdienmodellen.

Kunst bevindt zich op een keerpunt, stelde ook de redactie van Boekman in het winternummer vast. Voorafgaand aan de paneldiscussie presenteerde Cas Smithuijsen, directeur van de Boekmanstichting, Boekman 89, dat de basis vormde van dit Boekmandebat. De artikelen in het tijdschrift beschrijven én relativeren de gevolgen van de bezuinigingen, legde hij uit. De veranderingen bieden de sector ook nieuwe kansen en mogelijkheden. Hoe werkt dat nieuwe ondernemen in de cultuur eigenlijk? Gespreksleider Jorgen Tjon A Fong vroeg het cultureel ondernemers Wilmar de Visser (Splendor), Toine Donk (Das Magazin) en Doro Siepel (Theater ZuidPlein).

Voorafgaand aan het gesprek kreeg het drietal de kans met een kort filmpje (mooi verzorgd!) en een toelichting hun initiatieven aan het publiek te presenteren. Musicus Wilmar de Visser legde uit hoe zijn musicerende vrienden en hij bij gebrek aan betaalbare en adequate speelruimte in Amsterdam bij de gemeente aanklopten. Stadsdeel Centrum stelde vervolgens een voormalig badhuis beschikbaar, maar stelde als voorwaarde dat de musici 3,5 ton zouden bijdragen aan de verbouwing. De musici waren erg enthousiast, verenigden zich in Splendor, gingen eerst op zoek naar donateurs en gaven vervolgens obligaties uit. De obligaties ter waarde van 1.000 euro gingen als zoete broodjes over de toonbank, vertelt De Visser. Obligatiehouders kunnen zich jaarlijks trakteren op één optreden van één musicus per obligatie: rente in natura. ‘We verkregen niet alleen financiële middelen, maar bereikten tegelijkertijd ook een nieuw publiek’.

Toine Donk richtte samen met Daniël van der Meer in 2011 het literaire tijdschrift Das Magazin op. Door middel van crowdfunding via www.voordekunst.nl werd binnen 12 dagen het streefbedrag van 5.000 euro binnengehaald. Onder grote belangstelling verscheen vorig jaar september het nulnummer. Op 24 februari vindt de feestelijke presentatie plaats van de volgende aflevering. De redactie maakt creatief gebruik van sociale media (zie http://dasmagazin.nl). Over een sponsor deal met een groot champagnemerk is Donk ietwat vaag. Hij houdt de spanning er graag in.

Doro Siepel van het Rotterdamse Theater Zuidplein maakt geëngageerde podiumkunst. Het standaard podiumaanbod sluit niet aan op de wensen en verlangens van de multiculturele doelgroep van Theater Zuidplein, legde ze uit. ‘Soms sluit de setting van een theaterstuk niet aan op de belevingswereld van ons publiek, of vormt de taal een obstakel’, aldus Siepel. Daarom produceert het theater zelf stukken, samen met een groep gemotiveerde vrijwilligers. Dat scheelt in de kosten. Ze vertelde hoe ze door de omstandigheden geleerd heeft om kosten te reduceren. Het theater is bijvoorbeeld een erkend leer/werkbedrijf, dat levert geld op. Verder werken ze met jonge theatermakers, maken ze speciale voorstellingen en doen ze aan gastprogrammering. ‘Zie het als een soort zaalverhuur, maar denk vooral niet dat iedereen met een zak geld zo maar bij ons binnenkomt.’ Nog in een pril stadium, maar een interessante ontwikkeling noemde ze het aanbieden van hun expertise op het terrein van culturele diversiteit aan, bijvoorbeeld, het bedrijfsleven of de zorgsector.

Gespreksleider Tjon A Fong stelde de gasten een aantal vragen. Hoe erg zijn de bezuinigingen nu eigenlijk? Hij refereerde aan het artikel van Harmen Bockma in de Volkskrant van 3 februari 2012, waarin mensen uit het culturele veld beweren dat de kortingen ook voordelen bieden. Soms is een botte ingreep noodzakelijk om een beweging te bewerkstelligen, was de strekking van het artikel. ‘Slecht stuk’, bromde De Visser. Hij benadrukte de schadelijke gevolgen van de bezuinigingen. Het ambacht van musici lijdt onder de bezuinigingen. ‘Er zijn musici die gewoonweg stoppen met spelen’. Van kaalslag onder de literaire tijdschriften is geen sprake, concludeerde Van der Donk verrassend. Literaire tijdschriften krijgen voortaan alleen nog subsidie wanneer ze op digitaal overgaan. Desondanks houden alle tijdschriften vast aan de papieren versie en bestaan ze nog steeds. Blijkbaar redden ze het ook zonder subsidie, luidde zijn conclusie. Of ze passen zich aan, zoals De Gids die aansluiting zocht en vond bij de Groene Amsterdammer. Siepel hekelde nadrukkelijk het ontbreken van onderbouwde keuzes bij de bezuinigingen. Ze begrijpt niet dat het kabinet het belang van cultureel ondernemerschap onderkent, maar tegelijkertijd de productiehuizen wegvaagt.

Het enthousiasme van het drietal op het podium was aanstekelijk en hield het publiek tot het einde geboeid. Enthousiasme bleek ook binnen de besproken projecten van groot belang. Je moet er altijd in blijven geloven, riep De Vries, en de problemen bij de horens vatten. Nergens voor weglopen. Op de vraag van de moderator of cultureel ondernemen een kwestie is van ‘gewoon doen’, wees Donk op het belang van timing. Voor Das Magazin bleek de zomer van 2011 om verschillende redenen een geschikt moment voor crowdfunding. Aan dit succesvolle initiatief gingen overigens mislukte plannen vooraf, relativeerde hij. In die zin is het wel degelijk een kwestie van ‘gewoon doen’ en niet bang zijn om op je bek te gaan. Een sterk punt van Das Magazin noemde hij het gecultiveerde imago van ‘klungeligheid’ dat de redacteuren beogen. Dat zorgt voor een hoge ‘gunfactor’: mensen geven meer als ze je aardig vinden. Maar hoe lang kun je eigenlijk op goodwill bij je publiek voortdrijven? Zolang je je relatiemanagement maar niet uit het oog verliest, vertelde De Visser. ‘Af en toe een biertje drinken met je donateurs is van cruciaal belang’. Donk beaamde dit: bier drinken met je relaties vergroot de ‘gunfactor’. Net als passie tonen, netwerken en zakelijk zijn, vulde Siepel aan. Tjon A Fong vatte samen: ga economisch met je tijd om, des te meer tijd blijft er over voor netwerken en nog meer gezamenlijke biertjes.

Wilmar De Visser stelde nog voor om over een jaar of vijf of tien nogmaals de gevolgen van de bezuinigingen te bespreken. Het zou een geschikt thema voor Boekman en een Boekmandebat kunnen zijn. Dan stellen we Donk de vraag hoeveel literaire tijdschriften het werkelijk zonder subsidie gered hebben.

Boekman 89 ‘Kunst op een keerpunt’ kost 17,50 euro en is te verkrijgen bij de Boekmanstichting, www.boekman.nl, en in de boekhandel.

Jack van der Leden

Geen opmerkingen:

Een reactie posten