De verhalen liegen er niet om:
persoonlijke muziekarchieven en
-collecties eindigen steeds vaker op rommelmarkten of bij de kringloop. Het
archief van wijlen zanger en presentator Herman Emmink, bekend van het lied Tulpen uit Amsterdam, werd bijvoorbeeld
teruggevonden in de kringloopwinkel van Soest. Instellingsarchieven en
-collecties lijken eenzelfde lot beschoren. Schrijnende voorbeelden zijn het
muziekarchief van de Wereldomroep en de Muziekbibliotheek van het Muziekcentrum
van de Omroep, die respectievelijk 70.000 commerciële muziekdragers en vijf
strekkende kilometer bladmuziek herbergen.
Als er niet snel een oplossing voor wordt gevonden, gaan ze verloren. Reden
voor het World Music Forum NL een spoed-expertmeeting
te beleggen, over de toekomst van deze en andere bedreigde muziekarchieven en -collecties.
De bijeenkomst vond plaats bij de Boekmanstichting, op 12 april 2013.
Illegaal geproduceerde opnamen in het archief
van de Wereldomroep
Het Wereldomroeparchief kwam in
de problemen toen er in 2012, na vijfentachtig jaar, een eind kwam aan de
Nederlandstalige radio-uitzendingen van Radio Nederland Wereldomroep. De omroep
werd drastisch afgeslankt en kreeg een andere taak. Voor het audio-deel van het
archief, 20.000 lp’s en 50.000 cd’s die zijn opgeslagen in de kelders van de
omroep, is in die nieuwe constellatie geen plaats. En als gevolg van de
draconische bezuinigingen ook niet op een andere plek binnen de publieke
omroep, alhoewel de cultuurhistorische waarde van dit erfgoed alom wordt
erkend. Henk Lansink, bibliothecaris en trombonist vertelt:
‘De Wereldomroep is bereid dit deel van het muziekarchief “om niet” over te
dragen aan een instelling die er iets mee wil doen, op voorwaarde dat het op 1
mei a.s. vertrokken is. Anders ligt het op straat.’ Andere, gedigitaliseerde,
deelcollecties konden worden ondergebracht bij verschillende instellingen. Zo
kregen de radioprogramma’s voor ‘de koloniën’ (gesproken woord) onderdak bij
Stichting Beeld en Geluid.
Volgens Henk
Lansink is het belangrijkste onderdeel van de audio-collectie van de Wereldomroep de wereldmuziek die ongeveer
eenderde van de collectie beslaat. De lp’s binnen deze collectie zijn ter
plaatse (bijvoorbeeld in Laos) aangekocht. ‘Het zijn vaak lokaal op cassetteband
geproduceerde en illegaal beluisterde opnamen die later op lp zijn gezet, of op
cd gebrand. De overal verkrijgbare muziek lieten de reporters links liggen. De
waarde van deze collectie wordt dan ook bepaald door zijn uniciteit, niet omdat
hij van de Wereldomroep is.’ Hij is interessant voor binnen- en buitenlandse
onderzoekers, uitvoerders, maar ook voor conservatoriumstudenten, zoals aan
Codarts. Het is daarom lastig een geschikt onderdak te vinden waar al deze
gebruikers hun weg naartoe kunnen vinden. Een van de opties is het MUI, een
Gelders muziekuitleencentrum voor
muziekverenigingen, muziekdocenten en dirigenten, dat een meer
landelijke georiënteerd muziekdocumentatiecentrum beoogt te worden. Ook de
afdeling Bijzondere Collecties van de UvA is in beeld, maar deze vraagt een
x-bedrag per strekkende meter voor een periode van vijf jaar voor onder meer opslag,
onderhoud en ontsluiting, inclusief de kosten van een conservator. Na die vijf
jaar neemt Bijzondere Collecties de zorg inhoudelijk en financieel over. Ook
Beeld en Geluid kan niet zonder meer elke collectie opnemen: daarvoor ontbreekt
de expertise die moet worden ingekocht (of tegen betaling meegeleverd).
Ongeacht de keuze die uiteindelijk wordt gemaakt, is het dus zaak om particuliere
financiering te zoeken. Inmiddels is wel duidelijk dat de gemeente Bussum
bereid is noodopvang te bieden aan
het audio-archief van de Wereldomroep.
Handgeschreven
arrangementen in bladmuziekcollectie van het Muziekcentrum van de Omroep
De Muziekbibliotheek van het
Muziekcentrum van de Omroep (MCO), de overkoepelende organisatie van de
muziekgezelschappen van de publieke omroep, is ook slachtoffer van de
overheidsbezuinigingen op het omroepbestel. Het MCO dat met ingang van 2013 met
zestig procent werd gekort, zag zich genoodzaakt de Muziekbibliotheek af te
stoten. ‘Voor het leeuwendeel van de bibliotheek, namelijk de grootste
verzameling bladmuziek van Nederland en ver daarbuiten, is nog geen bestemming
gevonden’, aldus bibliothecaris Jan Jaap Kassies. ‘Deze verzameling bestaat
onder meer uit (soms handgeschreven) arrangementen voor radio en televisie, een
duizelingwekkende hoeveelheid klassieke bladmuziek vanaf de middeleeuwen, songbooks van Engelse en Amerikaanse
musicals, en manuscripten van componisten zoals Louis Andriessen en Otto
Ketting en van jazzmusicus en -dirigent
Boy Edgar’, zegt Kassies, ‘bij elkaar ruim 200.000 titels’. Kassies is de
ontdekker van de manuscripten van de
Duits-Oostenrijkse componist Hanns Eisler die bekend is geworden door zijn
muzikale verbintenis met Bertold Brecht. Slechts een bescheiden deel van de
collectie bladmuziek is gedigitaliseerd, een beeld dat overeenkomt met de
omvang van de digitalisering van bladmuziek in de rest van Europa.
De hoop van het MCO-muziekarchief
is gevestigd op het Nederlands Muziek Instituut (NMI): ’het centrum voor het muzikaal erfgoed in
Nederland’. Zwaartepunten in deze collectie zijn Nederlandse muziek van 1700
tot heden en oude muziek (Renaissance, Barok, Klassiek); de MCO-bladmuziekcollectie
zou hier een goede aanvulling op vormen. Het NMI verloor echter, net als het
MCO, het merendeel van zijn subsidie en werkt nu samen met het Haags
Gemeentearchief waarmee het op termijn zal integreren. Er worden echter ook
andere mogelijkheden onderzocht, zoals aansluiting bij een andere instelling en
een voortbestaan buiten de omroep in een onafhankelijke stichting voor een op te zetten Nationale
Muziekbibliotheek.
Het levensgrote probleem waar het
muziekarchief van de Wereldomroep en de bladmuziekcollectie van de
Muziekbibliotheek van de Omroep tegenaan lopen, is ook het probleem van
particuliere verzamelaars. Waar moeten zij met hun muzikale erfgoed naar toe? Met hun muziek uit de Molukken, Indonesië en
Suriname, van Nederlandse zigeunerorkesten, of Doe Maar. De verzamelaars zijn
experts op hun verzamelterrein en laten in de regel ongaarne andere mensen toe
in hun paradijs. Dat impliceert ook dat er weinig zicht bestaat op de aanwezige,
zeer uiteenlopende archieven en collecties in Nederland waartoe ook de
archieven en collecties van de
muziekindustrie, musici en componisten gerekend moeten worden. Om dat euvel te
verhelpen liet het ministerie van OCW in 2009 de mogelijkheden van een digitale
wegwijzer voor muziekarchieven onderzoeken. Zo’n wegwijzer zou niet zelf alle
informatie moeten bevatten, maar een koppeling tussen verschillende
zoekingangen moeten bieden, van bladmuziek tot concertagenda’s, van foto’s tot
geluidsdragers, van muziekinstrumenten tot parafernalia en muziektradities. Die
wegwijzer is er muzieksectorbreed nooit gekomen, maar is hoognodig, misschien een
beetje naar voorbeeld van onze Zuiderburen. Daar presenteert de organisatie
Resonant op de website www.muzikaalerfgoed.be de Muziekbank Vlaanderen
als een online register voor de beschrijving
van muziekarchieven en -collecties uit Vlaanderen. Met deze databank streeft
Resonant ernaar de verwaarlozing van het Vlaams muzikaal erfgoed een halt toe
te roepen. Het opbouwen van zo’n digitale wegwijzer in Nederland, al dan niet
ondergebracht bij het NMI of een Nationale Muziekbibliotheek, gaat niet
vanzelf, maar zou misschien met steun van bekende musici, de muziekindustrie en
auteursrechtenverenigingen, en met een
combinatie van contributies, giften en nalatenschappen kans van slagen hebben. Inventarisatie
per subsector (wereldmuziek, bijvoorbeeld) en onderlinge doorverwijzing zou al
een mooie start zijn. Het regelen van opslag voor de kratten met archieven en
collecties die anders zonder pardon in de vuilcontainers of papierversnipperaar
verdwijnen, evenals het opstellen van selectiecriteria en een format voor de digitalisering van de
inhoud van deze archieven en collecties, zijn stappen die gelijktijdig zouden
moeten worden gezet. Niets doen is immers niet langer een optie.
Ineke van Hamersveld
Geen opmerkingen:
Een reactie posten